Stakingsprijzen gebruiken in overeenstemming met concurrentie

De uitoefenprijzen behoren tot de klassiekers in de Mededingingsrecht. Het is gewoon verleidelijk om te adverteren met (zogenaamd) grote kortingen. Maar wat is wettelijk toegestaan?

Kortingen zijn een populair middel in de detailhandel om het koopgedrag van klanten te stimuleren. Ze suggereren een prijsvoordeel voor de klant, wat bedoeld is om hem over te halen een aankoopbeslissing te nemen. Maar wat veel detailhandelaren zich niet realiseren, is dat stakingsprijzen al snel een waarschuwingsval kunnen worden. Mededingingsrechtelijke risico's liggen op de loer als prijsvergelijkingen niet correct worden vermeld. In dit artikel laten we u aan de hand van een recente waarschuwingsbrief zien waar u op moet letten als u met stakingsprijzen adverteert om juridisch aan de veilige kant te blijven.

Het correct communiceren van prijsverlagingen vereist een scherp inzicht in de wettelijke vereisten. Met name de naleving van de prijsaanduidingsverordening (§ 11 PAngV) speelt hier een centrale rol. In de volgende secties leert u hoe u uitoefenprijzen correct kunt gebruiken en waarschuwingen kunt vermijden.

Adverteren met tegenovergestelde eigen prijzen

Detailhandelaren adverteren vaak hun eigen eerder berekende prijzen. De nieuwe prijs wordt vergeleken met een eerdere, hogere prijs, die wordt doorgestreept. Dit is over het algemeen toegestaan, aangezien detailhandelaren vrij zijn om hun eigen prijzen vast te stellen. Het is belangrijk dat de prijsverlaging bekend wordt gemaakt.

Deze praktijk is echter onderworpen aan bepaalde beperkingen. Volgens § 11 PAngV moet de gunstigste totaalprijs van de afgelopen 30 dagen dienen als referentie voor prijsverlagingen. Dit is bedoeld om te voorkomen dat consumenten worden misleid door misleidende prijsinformatie. Het voorkomt met name de praktijk om kort voor Black Friday de prijzen kortstondig te verhogen om vervolgens met enorme kortingen te adverteren.

Vereisten van de prijsaanduidingsverordening (PAngV)

Sinds mei 2022 bepaalt artikel 11 PAngV dat de gunstigste totaalprijs van de afgelopen 30 dagen moet worden gebruikt als referentie voor prijsverlagingen. Deze regeling is bedoeld om de consumentenvoorlichting te verbeteren en ervoor te zorgen dat er geen onrealistische referentieprijzen worden gebruikt.

Er is geen verdere verplichting om uit te leggen dat de referentieprijs de laagste van de afgelopen 30 dagen is. De nadruk ligt op het voorkomen van maanprijzen en het communiceren van duidelijke, begrijpelijke prijsverlagingen.

Vermijden van misleidende informatie

Er is sprake van misleidende reclame als de vorige prijs nooit serieus werd gevraagd of als een prijsverlaging wordt geveinsd door middel van prijsopdrijving. De doorgestreepte prijs moet altijd de laagste prijs zijn die de afgelopen 30 dagen daadwerkelijk is gevraagd.

De duur waarvoor een prijs werd aangevraagd, speelt ook een rol. Te korte periodes of verouderde prijzen kunnen ook misleidend zijn. Het Federale Hof van Justitie heeft vastgesteld dat de toegestane periode individueel beoordeeld moet worden, afhankelijk van het verkoopmedium en het product. In de online detailhandel is deze periode over het algemeen korter dan in de fysieke detailhandel.

Voorbeelden uit de jurisprudentie

  • Adverteren op lange termijn in de online detailhandelEen prijs die wordt geadverteerd als "alleen nu" en die meer dan vier weken geldig is, werd ontoelaatbaar geacht (LG München I, arrest van 01.04.2010, Ref. 17HK O 19517/09).
  • Kortetermijnreclame met alledaagse goederenEen "prijs in plaats van" die meer dan drie maanden geleden werd geëist, was ook niet-ontvankelijk (LG Bochum, arrest van 24.03.2016, ref. I-14 O 3/16).
  • Langetermijnreclame met duurzame goederen: Een prijsaanduiding van zes maanden in de online winkel werd gerechtvaardigd geacht als de prijs onmiddellijk van tevoren werd opgevraagd (LG Bielefeld, arrest van 01.09.2020, Ref. 15 O 9/20).
  • Langdurige reclame met sportartikelenEen uitoefenprijs die al meer dan zes maanden niet was geëist, was misleidend (OLG Neurenberg, vonnis van 19.12.2023, Ref. 3 U 2007/23).

Conclusie

Detailhandelaren kunnen blijven profiteren van de aantrekkelijkheid van de stakingsprijzen zolang ze zich aan de wettelijke vereisten houden. In het bijzonder is naleving van artikel 11 PAngV cruciaal om waarschuwingen te voorkomen. De laagste prijs van de afgelopen 30 dagen moet als referentie worden gebruikt en de prijsvergelijking mag niet misleidend zijn.

Vermijd vooral prijsopdrijving en zorg ervoor dat de doorgestreepte prijs ook echt werd gevraagd. Een correcte en transparante prijsstelling schept vertrouwen bij klanten en beschermt tegen juridische gevolgen.

nl_NLNederlands
Scroll naar boven