Een Aanvraag handelsmerk is vaak de eerste stap in het juridisch vastleggen van uw eigen bedrijf of product en het vestigen op de markt. Niet elke aanvraag leidt echter automatisch tot inschrijving van het merk in het merkenregister. Aanvragers worden vaak geconfronteerd met zogenaamde absolute weigeringsgronden. Deze obstakels kunnen ertoe leiden dat een merkaanvraag wordt afgewezen door het Duitse Octrooi- en Merkenbureau (DPMA), het Europese Octrooi- en Merkenbureau (EUIPO) of andere bevoegde instanties.
In dit artikel willen we graag uitleggen wat absolute weigeringsgronden zijn, waarom ze bestaan en hoe u uw kansen op een succesvolle merkaanvraag kunt vergroten. We zullen ook typische struikelblokken bekijken en praktische tips geven over hoe u weigeringen kunt voorkomen.
Overzicht
- Absolute gronden voor weigering de registratie van een merk verhinderen wegens gebreken in de beschermbaarheid ervan.
- Onderscheidend karakter is essentieel: merken die te beschrijvend of algemeen zijn, worden afgewezen.
- Misleidende informatie of illegale inhoud zijn vaak redenen voor afwijzing.
- Een zorgvuldige voorbereiding en juridisch advies minimaliseren het risico op afwijzing aanzienlijk.
Wat zijn absolute weigeringsgronden?
Absolute weigeringsgronden zijn wettelijk vastgelegde redenen die de inschrijving van een merk in het register verhinderen. In tegenstelling tot relatieve weigeringsgronden, die betrekking hebben op conflicten met oudere merkrechten, onderzoeken absolute weigeringsgronden het merk onafhankelijk van bestaande registraties. Dit onderzoek zorgt ervoor dat merken vrij blijven voor concurrentie en consumenten niet misleiden.
Typische absolute weigeringsgronden
Absolute weigeringsgronden zijn belangrijke hindernissen in de aanvraagprocedure voor een handelsmerk. Ze dienen om het algemeen belang te beschermen en ervoor te zorgen dat handelsmerken aan de wettelijke vereisten voldoen. Hieronder bekijken we de meest voorkomende redenen waarom merkaanvragen worden geweigerd:
1. Gebrek aan onderscheidend vermogen
Een merk moet de waren of diensten van een bedrijf kunnen onderscheiden van die van andere bedrijven. Als een merk te algemeen is of alleen alledaagse termen gebruikt, mist het het noodzakelijke onderscheidend vermogen. Een voorbeeld hiervan is de registratie van de term "tafel" voor meubels - de term beschrijft het product, maar onderscheidt het niet van andere meubels. Handelsmerken zoals "IKEA" of "Habitat" creëren daarentegen een duidelijke associatie met een specifiek bedrijf dankzij hun fantasievolle karakter.
2. Beschrijvende informatie
Tekens die rechtstreeks beschrijven wat het product of de dienst inhoudt, kunnen niet worden gemonopoliseerd. De bescherming van dergelijke termen zou concurrenten onevenredig beperken. Voorbeelden hiervan zijn "Wein aus Italien" voor wijnen of "Frisch und knackig" voor salades. Het merkenrecht bepaalt dat beschrijvende termen beschikbaar moeten blijven voor algemeen gebruik.
3. Tekenen van algemeen gebruik
Handelsmerken die uitsluitend bestaan uit woorden die in het gewone spraakgebruik worden gebruikt voor de geclaimde waren of diensten, kunnen niet worden geregistreerd. Voorbeeld: De term "appel" kan niet worden beschermd voor fruit. Het doel van deze regel is niet om het gebruik van algemene termen te beperken.
4. Misleidend potentieel
Merken die het publiek kunnen misleiden, worden uitgesloten van registratie. Dit geldt met name voor tekens die valse verwachtingen wekken met betrekking tot de herkomst, kwaliteit of kenmerken van de waren of diensten. Een voorbeeld hiervan is een merk als "Bavarian honey", dat gebruikt wordt voor honing die in werkelijkheid uit een ander land komt.
5. Overtreding van de openbare orde of goede zeden
Handelsmerken met een beledigende, discriminerende of anderszins verwerpelijke inhoud worden mogelijk niet beschermd. Voorbeelden hiervan zijn merken met een racistische, gewelddadige of seksistische inhoud. Religieuze symbolen of termen die de religieuze gevoelens van een groep kunnen kwetsen, vallen ook onder deze weigeringsgrond.
6. Officiële nummerplaten en symbolen
Handelsmerken die nationale wapenschilden, vlaggen of andere beschermde officiële symbolen bevatten, kunnen niet worden geregistreerd. Hieronder vallen ook internationale symbolen zoals het rode kruis of het Olympische embleem. Deze symbolen zijn wettelijk beschermd en mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
7. Mallen of andere voorzieningen met een technische functie
Handelsmerken kunnen ook geweigerd worden als ze uitsluitend bestaan uit een vorm of een ander kenmerk dat bepaald wordt door de technische functie van het product. Een voorbeeld hiervan is de typische vorm van een LEGO blokje. Dergelijke kenmerken mogen niet gemonopoliseerd worden door handelsmerkrechten om de concurrentie niet onnodig te beperken.
8. Verdenking van bedrog met geografische oorsprongsaanduidingen
Geografische aanduidingen mogen niet worden gebruikt op een manier die consumenten misleidt. Een merk als "Parijse mode" voor kleding die niet in Parijs is vervaardigd, zou dus geweigerd kunnen worden. Geografische aanduidingen genieten speciale bescherming om consumenten te beschermen tegen valse verwachtingen.